Cybercriminaliteit blijft populair en vormt nog steeds een gevaar.
Tijdens de pandemie azen phishers en spoofers op allerlei zwakke plekken van gebruikers. Door berichten te sturen die angst, onzekerheden en twijfeling veroorzaken.
De schade die Nederlanders lijden door cybercriminaliteit is afgelopen jaar flink gestegen. In 2019 was het 8 miljoen euro, in 2020 is het vervijfvoudigd (40 miljoen).
Vooral spoofing neemt toe. Criminelen bellen met een nummer dat je kent. Dat kan een bank zijn, maar ook een goede vriend.
De ‘bankmedewerkers’ of een ‘goede vriend’, vraagt dan of je geld wilt overboeken of een pincode wilt geven.
Die fraude komt ook voor via sms. Deze vorm is ook populair bij criminelen die zich voordoen als de Belastingdienst. Er wordt dan gevraagd om snel een aan een achterstand te voldoen, om problemen op te lossen.
Afgelopen jaar was de schade 26,7 miljoen euro door spoofing, terwijl dat een jaar eerder nog nauwelijks gebeurde.
Phishing veroorzaakte afgelopen jaar 12,8 miljoen euro aan schade. In 2019 was dit 7,9 miljoen euro.
Met phishing sturen criminelen valse e-mails namens een persoon of bedrijf en proberen je daarmee te overtuigen om vertrouwelijke gegevens en beveiligingscodes voor internet- of mobiel bankieren te geven.
De reden dat er steeds meer schade ontstaat door cybercriminaliteit is vanwege de coronaperiode.
We doen immers veel meer online (online shoppen, contact zoeken met vrienden en nieuwe dingen ontdekken).
Voor criminelen is het heel makkelijk om een valse website na te maken en contact te zoeken met allerlei slachtoffers.
Op de hoogte blijven en belangrijke nieuwtjes direct onvangen? Schrijf je in op onze nieuwsbrief, of volg ons op Facebook!